Torenrestauratie: Kenmerken van de geledingen

Kenmerken van de geledingen

Kenmerkend voor de toren zijn de zogenaamde geledingen. De toren is als het ware opgedeeld in vijf segmenten, de zogenaamde geledingen. De onderste drie geledingen zijn gemaakt van baksteen, gescheiden door lijsten van natuursteen. De geledingen vier en vijf vormen de spits.


In de eerste geleding bevindt zich de neo-classicistische ingangspartij in baksteen gebosseerd (bosseren is het bewerken van stenen op zodanige manier dat de zichtbare kant van de steen in een muur ruw behakt wordt) met aan weerszijden de halve, houten ionische (Griekse) zuilen, die een houten fronton (in de bouwkunde de bekroning van een gevel, venster of ingang in driehoeks- of segmentvorm) dragen en de glas-in-loodramen. In de gebogen gevels, met een barokke inslag,  bevinden zich de gebogen toegangsdeuren.
 
 
Het bijzondere van de tweede geleding is de op het westen georiënteerde zonnewijzer. De zonnewijzer is in 1821 overgeplaatst van de oude  naar de nieuwe toren. Bij de een vorige restauratie bleek de zonnewijzer zodanig slecht te zijn dat restaureren niet meer mogelijk was en is een uiterst nauwkeurige kopie gemaakt. De zonnewijzer bestaat uit een vlak houten wijzerbord, waaraan onder een bepaalde hoek de stijl of stang is bevestigd waarvan de schaduw op het bord valt. De plaats van de cijfers op het bord, die de uren aangeven, zijn geheel aangepast aan de hoek die de stijl en het bord met de zon maakt. De zonnewijzer is dus niet op iedere andere plaats te gebruiken. Hij wijst op zonnige dagen de uren aan tussen 11 uur en 20 uur. Op de eveneens gebogen borstwering bevinden zich twee ornamenten.
 
 

Ornament

 
De derde geleding wordt gekenmerkt door de drie galmgaten en drie wijzerplaten. . Het mechanische torenuurwerk is van Duitse firma Rochlitz uit Berlijn. Dit bedrijf is opgericht in 1824 en bestaat nog steeds.